Willy Herman Friederich Boers werd in Amsterdam in een Nederlands-Duits bankiersmilieu geboren in 1905. Hij brak zijn opleiding aan de handelsschool af en werd schilderijen-restaurateur tot hij in 1928 zelf kunstschilder werd. De ervaringen die hij daarbij opdeed vonden een praktische toepassing in de preparatie en behandeling van de doeken en papieren voor zijn innovatieve gouaches en collages.

De beginjaren van Boers als auto-didactisch schilder en theoreticus vielen samen met de opkomst van de Nieuwe Zakelijkheid, waar zijn realistische portretten en mediterrane landschappen uit die tijd verwant aan zijn.

Tijdens de oorlog had Boers geëxperimenteerd met kubo-futurisme. De gevoelens van machteloosheid en onderdrukking de Tweede Wereldoorlog vormden hem tot één van de grootste voorvechters van de abstracte schilderkunst.

Samen met Ger Gerrits, Harry van Kruiningen en Frieda Hunziker ontketende Boers een ware revolutie in Amsterdam op de tentoonstelling Kunst In Vrijheid in 1945. Na deze revolte werd hij mede-oprichter van Vrij Beelden en Creatie, waarbinnen hij een spilfunctie vervulde.

Zijn abstracte werk uit die periode is verwant aan dat van Klee, Kandinsky en Miro. Hij noemde het zelf absoluut – of integraal expressionisme. Willy Boers bezocht Frankrijk regelmatig, en exposeerde vier maal in de Salon des Réalités Nouvelles in Parijs. Deze periode wordt over het algemeen gezien als een hoogtepunt in zijn carriére.

Gedurende de jaren zestig was hij minder productief, maar in 1970 kopte een recensent ‘Boers weet niet van buigen’ naar aanleiding van een expositie van zijn tweede grote serie materieschilderijen en collages.