Notes
Altijd samen verkocht met tegenhanger mannenportret zie Gudlaugsson no. 155 II, maar
volgens Gudlaugsson heeft Hofstede de Groot bij het zien van de twee schilderijen
tijdens zijn bezoek aan kunsthandel Knoedler in Parijs in 1914, genoteerd dat de beide
schilderijen niet een paar vormen (Gudlaugsson 1956, p. 214, 215). Volgens Gudlaugsson
zou als tegenstuk no. 235 (vooral omdat het interieur spiegelbeeldig is aan dat van no.
236).
Provenance
Art dealer F. Kleinberger, Paris;
Collection C. Hoogendijk, The hague (no. 117), on loan at the Rijksmuseum Amsterdam
(together with male counterpart). Cat. 1911, cat.no. 575b;
Sale C. Hoogendijk, Amsterdam, 14-5-1912, no. 6 (together with male counterpart), fl.
32.000,- to Knoedler;
Art dealer Knoedler, Paris, in 1914;
Sale, Amsterdam, 23-5-1922, no. 36 ((together with male counterpart);
Art dealer Knoedler, London;
Collection Lady N.G. van Heck-ter Kuile, Enschede;
With Art dealer S. Nijstad, The Hague, in 1956;
Private collection;
Exhibition
Enschede, 1935, no. 5;
Almelo 1953, no. 49.
Literature
S.J. Gudlaugsson, Gerard ter Borch, The Hague 1959, cat.no. 236.